Interview met auteur Renée Olsthoorn

Renée Olsthoorn is de auteur van de Sportschoolserie: Vraag het aan Veerle en Niemand zoals Zoë recenseerde ik eerder hier op Readalicious. In deze serie volgen we een groep vriendinnen – de zumbies – en in ieder boek krijgt een andere zumbie de spotlight. In september komt het derde deel Plankgas, Sabine uit! Hoog tijd om Renée (digitaal) het sportshirt van het lijf te vragen.
‘In de eerste plaats hartelijk dank, Iris, voor de uitnodiging een en ander over mijzelf en mijn werk te mogen vertellen voor readalicious.nl.’
Wie is Renée Olsthoorn?
‘Ik ben geboren en getogen in Den Haag, woon er nog steeds en ben de vierde van vijf kinderen. Ik ben precies een maand voor mijn twintigste verjaardag getrouwd met Bernard Olsthoorn, beeldend kunstenaar en (ondertussen gepensioneerd) docent vormleer aan de TU Delft. Na de middelbare school ging ik Frans studeren om lerares te worden. Ik werd echter geen lerares maar – uiteindelijk – vertaler. Ik ben mijn carrière begonnen in de boekhandel en via het bibliotheek- en documentatiewezen uiteindelijk in het vertaalvak gerold. Bernard en ik hebben twee fantastische kinderen en twee dotjes van kleinkinderen. Ze betekenen alles voor ons. Tot slot mag ik mijn hondje Tippie niet vergeten, ook zij neemt een belangrijke plaats in ons leven in.’
Kun je vertellen waar de Sportschool serie over gaat?
‘De Sportschooltrilogie gaat over een groepje vrouwen, vogels van allerlei pluimage, dat aan zumba doet. In de loop der tijd is er een hechte vriendschap tussen hen ontstaan en ze ontmoeten elkaar ook privé. Ze delen lief en leed en hebben gewoon veel lol met elkaar.’
Heb je een favoriet personage in de Sportschool serie?
‘Ik heb er drie: de personages die ik in de drie delen de hoofdrol heb gegeven: Veerle om haar empathische opgewekte karakter, Zoë om haar warmte en verantwoordelijkheidsgevoel en Sabine, stoer, nuchter maar tegelijk ook kwetsbaar en ontvankelijk.’
Waar haal je de inspiratie voor de serie vandaan?
‘Mijn lieve zumbavriendinnen van Fit4Free zijn de initiële inspiratiebron. Daarnaast allerlei mensen uit mijn familie- en vriendenkring, herinneringen, gebeurtenissen en ten slotte mijn eigen fantasie.’
De boeken spelen zich af in Den Haag. Waarom heb je voor deze stad gekozen?
‘Den Haag is de stad waar ik ben geboren en getogen en waar ik nog steeds woon én waar ik de sportschool bezoek. Buiten het feit dat Den Haag een hele mooie stad is, en ik mijn binnen- en buitenlandse vrienden er maar wat graag rondleid, is het ook een hele kleurrijke stad waar je alle nationaliteiten tegenkomt. Niet in de laatste plaats dankzij de vele internationale organisaties. Was Den Haag in het verleden een saaie ambtenarenstad, tegenwoordig bruist het er.’
Als je zelf naar de sportschool gaat, zou je dan liever een Zumba les van Veerle volgen of met Zoë gaan spinnen en waarom?
‘Ik vind spinnen helemaal niks, dus volg ik liever een zumbales van Veerle. Zoë is daar in principe ook, dus vang ik in de zumbales twee vliegen in een klap. ;-)’
Met welke auteur zou je zelf eens naar de sportschool willen (om te kletsen)? (Dit mag iedereen zijn – nationaal en internationaal, of een auteur die al overleden is).
‘Mensen die mij kennen verwachten dat ik Jane Austen noem, maar het wordt een andere overleden auteur: D.H. Lawrence. Ik heb al zijn boeken gelezen en vindt hem een van de boeiendste schrijvers die ik ken. Ik ken geen mannelijke auteur die vrouwen zo sterk heeft neergezet als hij. Zijn hoofdpersonen zijn ook meestal vrouwen.’
In september komt het volgende deel in de serie, Plankgas, Sabine uit. Kun je alvast een tipje van de sluier oplichten over Sabine? Wat maakt haar verhaal zo leuk?
‘Sabine is ambulancechauffeur, een vak dat ze met veel passie beoefent. Ze is een van de zumbies maar doet ook fanatiek aan kickboksen. Ze woont samen met haar gezellige flierefluitende zus en verlangt naar een vaste relatie. Kort achtereen verschijnen er twee mannen in haar leven. De ene krijgt haar, de ander smacht naar haar. Maar maakt ze de juiste keuze? Dat is de vraag. Ik vind het verhaal niet alleen leuk om de ontwikkeling die Sabine doormaakt maar ook om de figuren om haar heen. De twee aanbidders die tegenpolen van elkaar zijn, de zumbies met hun wederwaardigheden, haar familie, haar ambulancemaatje Bobby en dat allemaal doorspekt met de kwesties die ze beroepsmatig beleeft.’
Wat wil je je lezers graag meegeven door je boeken?
‘Zonder er de nadruk op te leggen wil ik graag mijn opvattingen over diversiteit en inclusiviteit meegeven. Ik zou het gewoon heel mooi vinden als er met minder vooroordelen aangekeken werd tegen andere culturen en andere samenlevingsvormen bijvoorbeeld. Zoals het geval is op de sportschool, eigenlijk een ideaal maatschappijtje op zich, waar iedereen het met elkaar kan vinden, waar iedereen elkaar accepteert zoals hij/zij is. Maar ik laat dat liever doorschemeren dan dat ik de moraalridder uithang en mijn mening opdring. Daar moet ik niet aan denken.’
RED: In Niemand zoals Zoë was dit ook een van de punten waar Iris op wees in haar recensie: “Niemand zoals Zoë gaat niet uit van de standaard gezinsvorm met een getrouwde man, vrouw en kinderen. Het is fijn hoe normaal Olsthoorn omgaat met de verschillende manieren waarop je een familie kan vormen….” Lees de recensie verder hier.
Je werkt zelf ook als vertaler. Wat vind je zo leuk aan dat werk?
‘De uitdaging om datgene wat een schrijver precies heeft bedoeld zo goed mogelijk weer te geven in goedlopend Nederlands en daarbij de oorspronkelijke schrijfstijl intact zien te houden. Overigens heb ik mezelf als vertaler met pensioen gestuurd. Ik schrijf alleen nog mijn eigen verhalen.’
Welk boek wil je jouw lezers aanraden?
‘Ik zou graag het nieuwste boek van Hassnae Bouazza aanraden. Het heet ‘Een koffer vol citroenen’ en is een ode aan haar overleden moeder. Een ontroerend verhaal dat ook nog eens prachtig is geschreven. Op Hassnae’s taalgebruik ben ik best wel een beetje jaloers. Bloemrijk zonder dat het er dik bovenop ligt. Echt prachtig.’
Renée Olsthoorn, 10 mei 2022