
Ik had na deze zomer een voornemen: ik wilde voorlopig geen boeken meer lezen waarin schoolmeisjes een verborgen, wilde kant hebben. Waarom? Ik heb er simpelweg te veel achter elkaar gelezen. Toch ging ik voor Alle slechte meisjes van Chris Whitaker, waarin het ogenschijnlijk voorbeeldige meisje Summer verdwijnt en haar tweelingzus Raina op onderzoek uitgaat.
Het eerste dat me opviel aan het boek, is dat het qua materiaal echt een kwalitatief goed product is. De kaft voelt bijna als een soort siliconen, de oranje letters knallen op je af en de pagina’s zijn glad. Bij thrillers zie je dit materiaal niet zo vaak voorbijkomen, of ik in elk geval niet.
De nieuwe Gone Girl?
De achterkant van het boek vertelt ons dat je de thriller kan vergelijken met Gone Girl van Gillian Flynn. Laat ik meteen zeggen: daar ben ik het niet mee eens en dat vind ik goed ook. Ik vind het altijd jammer als er zulke specifieke vergelijkingen worden gemaakt, want als je de twist in dat verhaal kent, weet je waar je naar moet zoeken.
Gelukkig deed Alle slechte meisjes me totaal niet denken aan Flynns boek. Summer is echt haar eigen persoonlijkheid; ze is vrij goed uitgewerkt, net als haar zusje Raine. Raine vond ik overigens het minst leuke personage denk ik: ik vond het soms best irritant hoe eigenzinnig ze deed, tot echt het domme aan toe. (Summer en Raine zijn stiekem ook best cliché: de brave en de rebelse tweelingzus.)
De zussen zijn echter niet de boeiendste persoonlijkheden: het is leuker om over Noah en Purv te lezen, twee jongens die Raine helpen in haar zoektocht naar Summer en allebei met hun leven worstelen. Dat geldt niet alleen voor die twee, overigens. Bijna iedereen in het boek lijkt een vrij grimmig leven te hebben. Ik stoorde me daar niet echt aan, maar het zorgde er wel voor dat het vooral aan het begin lastig was iedereen uit elkaar te houden.
Duistere sferen
De grimmigheid in de levens van de personages weerspiegelt mooi in de grauwe, broeierige atmosfeer. Het dorpje Grace kampt met een enorme wolk die heel hun community in duisternis hult. Dat heeft Whitaker prachtig gedaan: hij schrijft subtiel en met oog voor detail, waardoor het ongemak langzaamaan opbouwt zonder dat je hier echt erg in hebt. Dit komt overigens ook deels door de kerkelijke gemeenschap in Grace: het voelt extra onheilspellend dat pastoren misschien niet zo rechtschapen zijn als ze zich graag voordoen.
De sfeer in het boek is het krachtigste thrilleraspect. Van snelheid en plotwendingen moet Whitaker het niet echt hebben, maar dat maakt ook niet uit: de spanning zit meer onderhuids. Ik ben benieuwd wat Whitaker nog meer voor ons in petto heeft!