De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups – Tom Phillips

‘Een jaar of zeventigduizend geleden begon de mens het voor anderen te verkloten.’ Zo begint het eerste hoofdstuk De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups, en dit is meteen de meest accurate beschrijving van dit boek. Tom Phillips heeft de allergrootste fouten in de geschiedenis gebundeld, van het milieu tot leiderschap tot ons koloniale verleden tot de hedendaagse technologie.

Humor

Maar wanneer je denkt dat De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups je verdrietig of gedesillusioneerd achter laat, think again. Phillips weet zijn verhaal met een flinke dosis humor te brengen, waardoor je alleen maar kan denken ‘há wat een sukkels!’. In het voorwoord waarschuwt hij daar al voor:

Een korte waarschuwing vooraf: als je geen speciaal genoegen beleeft aan leedvermaak, is dit misschien een goed moment om dit boek weg te leggen.

Oké, duidelijk. De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups maakte mij meermaals aan het grinniken. Bijvoorbeeld Tsaar Peter III, die ooit een rat voor de krijgsraad sleepte omdat het beest aan een van z’n tinnen soldaatjes had geknaagd. Of de Aanval op Cádiz in 1625, die jammerlijk mislukte omdat het leger een bar had gevonden voor het begin van de inval? Het boek zit vol hilarische voorbeelden van fouten in het verleden.

Serieuze zaken

Maar eigenlijk worden hele serieuze zaken aangekaart. Het milieu bijvoorbeeld, waar we als mensheid al flink wat aan hebben verkloot. Passant wordt ook opgemerkt dat dit niet alleen in de geschiedenis voorkomt, de plastic soep in de oceaan is nú.

Met de fuck-ups uit het verleden worden we keihard met onze neus op de feiten gedrukt. De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups is geen fictie, en als wij als mensen niet onze verantwoordelijkheid nemen kan Phillips over een paar jaar gewoon een vervolg schrijven. Hierdoor is het boek een mooie eye-opener.

Verhaaltjes

Het boek is opgebouwd uit hoofdstukken die steeds korte verhaaltjes behandelen in hetzelfde thema. De fuck-ups worden uitgebreid uitgelegd, met achtergrond. Phillips geeft aan het begin van zijn boek al aan dat alles op waarheid gebaseerd is, maar dat sommige verhalen – vooral uit het verleden – waarschijnlijk wat zijn aangedikt. Hier en daar nuanceert hij dit ook in de verhalen, waardoor je geen gevoel hebt dat je een broodje aap zit te lezen. Daarnaast eindigt ieder hoofdstuk met vijf héle korte voorbeelden, waarbij een grote fuck-up in één alinea wordt uitgelegd.

Conclusie

Al met al is De mens – Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups een humoristisch boek met een belangrijke boodschap. Om onze fouten kunnen we lachen, maar we kunnen er ook van leren. Een aanrader!