Elk beetje taalliefhebber heeft wel iéts van Paulien Cornelisse gelezen. Haar voorgaande twee boeken zijn meer dan een miljoen keer verkocht. Met De verwarde cavia maakt ze een uitstapje naar een nieuw genre: dat van een roman.
Ze heeft het boek zelf uitgegeven en de publiciteit geregeld. Tof, dacht ik, dus zelf uitgeven is niet voor losers. Alleen na het lezen van het boek, heb ik mijn twijfels of het wel zo stoer is of dat er geen uitgeverij was die het wilde uitgeven…
Cornelisse schrijft leuk, dat sowieso. Nee, echt. Kijk maar:
Toen ze eenmaal de kantoortuin binnenstapte, merkte ze meteen dat er iets aan de hand was. Stella liep op hakken en in mantelpak autoriteit uit te stralen.
Ze weet ‘gewone mensen’, vooral in de biotoop van de kantoortuin, heel goed te portretteren en herkenbare dialogen op te stellen. Verder leest het boek makkelijk en snel weg. Een cavia op kantoor, wat een fantastisch concept. Af een toe een woordgrapje, ideaal.
Toch las ik het met tegenzin. Er zit geen duidelijk plot in, ik weet niet waar het verhaal heengaat. Ook ben ik hopeloos op zoek naar diepgang (zou het haar werk zijn – nee, ze stuurt alleen mailings), denk ik steeds iets te vinden in de vermoeiende herhalingen (ja, er gaat wéér iemand eerder naar huis, nu moet er toch iets gebeuren) of hoop iets te leren over Caafs vacht die maar nat blijft regenen (schijnt de zon ook wel eens in dit verhaal?). Alleen, denk ik, dat dit het gewoon is.
Beoordeling: twee sterren