Je fictie-verhaal er verzorgd uit laten zien
Ga je je verhaal inzenden naar een literair tijdschrift, een wedstrijd óf een uitgeverij? Met deze tips zorg je ervoor dat je tekst er professioneel en verzorgd uitziet. De eerste indruk is belangrijk. En het oog wil ook wat.
Inspringingen
Sla eens een roman open. Zie je die inspringingen in de kantlijn? Dat zijn nieuwe alinea’s die je kunt maken met je TAB-knop op je toetsenbord. Op school leerde je dat een alinea een witregel is, maar dat is in fictie anders. Vaak begint met een inspringing een nieuwe gedachtegang of een nieuwe actie, maar je kunt het ook stijlistisch gebruiken om zinnen te benadrukken.
Bij een dialoog moet je extra opletten. Iedere zin van een personage begint op een nieuwe inspringing. Alsof je een bal over en weer slaat.
‘Hallo,’ zeg ik.
TAB –> ‘Hoe gaat het?’ zegt hij terug.
TAB –> ‘Goed.’ Ik glimlach naar hem. Hij ziet er ook goed uit, bedenk ik me. Het is voor het eerst dat ik hem met een gestreken overhemd zie. En zijn haar zit strak in de gel.
TAB –> ‘Met mij ook.’
Witregels
Witregels gebruik je in fictie wanneer je een sprong in tijd maakt of bijvoorbeeld van personage wisselt. Er moet echt een harde knip in je verhaal zitten die je wilt tonen aan je lezer. Deze knip is minder subtiel dan de alinea met de inspringing hierboven.
Regelafstand
Als je werken op de computer gewend bent, typ je vaak zinnen op regelafstand 1. Er zit dan amper witruimte tussen de zinnen en alles staat efficiënt en kort op elkaar. Kijk maar eens naar je e-mails. In boeken en teksten werkt dit anders. Het leest fijner als er een grotere afstand tussen de regels zit (1,5 bijvoorbeeld). Dan heb je meer lucht om te lezen. Kijk maar eens naar het verschil in de afbeeldingen hierboven. Links lijken de letters veel meer op krioelen de mieren en rechts oogt veel rustiger.
Opmaak van dialoog
Er is de discussie over enkele of dubbele aanhalingstekens (enkele worden in Nederlandse boeken meer gebruikt, maar dubbele kunnen ook gebruikt worden). Maar wat echt lastig is waar je een komma of punt plaatst in je dialoog. Fictie gebruikt de ELDA-regels (en dit is weer anders dan kranten). Hierin plaats je leestekens binnen de aanhalingstekens.
Zie ook: https://onzetaal.nl/taaladvies/aanhalingstekens-en-leestekens/
‘Ik hou niet van kaas,‘ zei hij.
‘Hou op!,‘ riep de docent.
‘Hoezo,‘ wilde het kind weten, ‘is gras groen?’
Extra tips
Vermeld het aantal woorden rechtsbovenin
Dan weet de lezer direct waar hij of zij aan begint. Als je een manuscript opstuurt kun je ook een voorblad maken met de titel van je boek en je naam.
Eindig onderaan met een korte bio
Dit is een must voor een kort verhaal. Beperk jezelf tot het belangrijkste over je schrijverscarrière. Vaak wordt dit geschreven in de derde persoon (Jantje werd geboren in Leiden en won WriteNow!) omdat het nu eenmaal beter klinkt als iemand anders je voorsteld.
Opslaan als .docx of .pdf
Kijk altijd naar de eisen die een tijdschrift of uitgeverij stelt en pas je daarop aan. Het is niet ongebruikelijk om het in een Word-bestand op te sturen zodat iemand er direct in kan redigeren.
Doe een extra spellingscheck
Check alle instinkers. D’s, t’s en dt’s en laat bijvoorbeeld iemand meelezen.
Succes!