Ik kreeg dit jaar 33 afwijzingen: zo ging ik ermee om
Dagenlang refresh je je inbox als een verliefde puber die wacht op dat ene berichtje. Je hebt je al voorgesteld hoe je gaat juichen wanneer je die schrijfwedstrijd wint of als je favoriete uitgeverij je manuscript wil publiceren. Als de mail eenmaal binnenkomt, begint je hart sneller te kloppen en… blijkt het een afwijzing. Hoe ga je daar mee om?
Allereerst weten we allemaal: het hoort erbij. En iedereen volgt hierin een eigen pad. Er bestaat een site met ‘beroemde afwijzingen’: litrejections (Wat?! Anne Frank en C.S. Lewis óók?). En je zult zelf ook genoeg verhalen kennen. Zo heeft J.K. Rowling lang gezocht naar een uitgever en ook Stephen King vertelt in zijn boek ‘On writing’ dat hij de eerste jaren alleen maar afwijzingen ontving. Die hing hij op in zijn slaapkamer ter motivatie.
Dat je je eerste schrijfjaren afgewezen wordt, is niet zo gek, leerde ik uit het filmpje ‘On being creative’ (bekijk het op YouTube). Iedereen heeft namelijk last van ’the creative gap’. Dat is het gat dat je moet overbruggen tussen je eigen smaak (die verdomde goed is) en het creëren van iets dat voldoet aan die hoge standaard. Daar moet iedereen doorheen. Daarom wil ik je wat tips geven, want je gaat sowieso afgewezen worden. En afgewezen worden is een kunst.
1. Gedeelde smart is halve smart
Samantha en ik hebben ons manuscript op hetzelfde moment naar een uitgever gestuurd. Het helpt om spannende dingen samen te doen en daarin een buddy te hebben.
Zoek daarom schrijfmaatjes. Dat kan online, bij websites zoals Literairwerk.nl, SchrijvenOnline of The Writers Community. Of zoek buddy’s buiten de deur en doe bijvoorbeeld mee aan een schrijfgroep. Zelf schrijf ik al meer dan een jaar bij The Writers Guide in Rotterdam als schrijfninja (eigenlijk eten we vooral hapjes, lachen veel en praten te lang over boeken), maar er zijn ook een hoop andere schrijfscholen.
Overigens is Samantha’s weg naar publicatie erg inspirerend (lees het hier). Haar eerste manuscript werd afgewezen (net als die van mij), maar daar leerde ze zoveel van dat ze een ijzersterk tweede manuscript schreef dat binnenkort wordt uitgegeven bij Uitgeverij Boekerij.
2. Verzamel afwijzingen
Laat afwijzingen je motiveren. Dit artikel inspireerde me om 100 afwijzingen per jaar te verzamelen. Hoe meer je oefent met verhalen schrijven, des te beter je werk wordt. En hoe meer mensen jouw werk lezen, des te meer kansen je krijgt. Natuurlijk is het schrijven van een groot manuscript heel anders dan het schrijven van korte verhalen, maar beiden zijn wat mij betreft goed om schrijfmeters te maken.
Ik heb geprobeerd in 2017 zoveel mogelijk afwijzingen te verzamelen. Mijn eindstand na een jaar proberen: 33 afwijzingen. Dat was iedere keer even slikken, maar:
- Mijn eerste manuscript is bij drie uitgeverijen uit de slushpile gevist en gelezen door een ‘echte’ redacteur, waarna ik van twee persoonlijke feedback ontving. Dat was onwijs waardevol en bemoedigend (en tegelijkertijd natuurlijk teleurstellend). Bij één grote uitgeverij ligt hij nog steeds op de stapel to-do’s van een drukke redacteur. Ik wacht dus al acht maanden.
- Door mee te doen aan wedstrijden heb ik iedere keer geoefend met schrijven in opdracht. Ik heb nul keer iets gewonnen, maar ik heb wel ergens een tweede ronde behaald (de rest weet ik pas in januari). Hoe dan ook heb ik ervaring opgedaan, die niemand me meer afneemt.
- Van drie literaire tijdschriften heb ik feedback en aanmoedigingen ontvangen om door te gaan. Eén online tijdschrift heeft een verhaal van me gepubliceerd.
- Ik heb twee keer voorgedragen op een podium.
Ter vergelijking: het jaar daarvoor ontving ik zestien afwijzingen, twee aanmoedigingen en een publicatie. Het jaar ervoor deed ik mee aan één wedstrijd en werd genomineerd tot een van de beste tien. Dat bevestigt mijn idee: hoe vaker je meedoet, des te meer kansen je creëert voor jezelf.
3. Geloof in jezelf (maar blijf kritisch)
Het is belangrijk om een motivatie in jezelf te vinden om te blijven schrijven. Dit is voor iedereen anders. Als je nog op zoek bent naar je creatieve zelfvertrouwen, kijk dan eens deze video: How to build your creative confidence van David Kelley.
Wat voor mij helpt is om in mijn achterhoofd te houden dat schrijven van mij is. Niemand en niets kan het afpakken. Het is een veilige plek om mezelf te zijn. De verhalen die ik schrijf zijn van mij en dat blijven ze altijd. Er is geen afwijzing die daar iets aan verandert.
Om afwijzingen vervolgens om te zetten in motivatie is het ontzettend belangrijk om in jezelf te geloven. Laat een ‘nee’ in je mailbox betekenen dat je je potentie nog niet bereikt hebt. Maar: wees geen snob! Iedereen heeft weleens de neiging zichzelf te overschatten, of de schuld bij de stomme beoordelaar te leggen die ‘het gewoon niet snapt’. Je mag ook trots zijn op je verhaal, maar kritisch blijven is een vaardigheid die je voor schrijven nodig hebt. Als je al denkt dat je alles kan, ben je geen goede criticus voor je werk.
4. Je hebt de tijd
Schrijvers pieken op hun 44ste, vertelt recent onderzoek. Zo zie je maar, niemand schrijft direct een meesterwerk. Iets moois maken kost tijd en toewijding. Neem die tijd. Geef jezelf de kans om te groeien. Ook als dat betekent dat je jarenlang schrijft voor jezelf.
Nou, hops, aan het werk! Die afwijzingen komen niet vanzelf in je inbox. 😉