Schrijven

Je wilt een boek schrijven. En nu? 10 tips

Lucia3 comments5885 views

Je hebt een idee voor je eerste boek. En dan?! Hierbij tien tips die ik had willen lezen voordat ik begon met mijn manuscript…

Tip 1: begin klein
Schrijf eerst in één zin op waar je verhaal over gaat. Dit kan later dienen als je pitch wanneer je met een uitgever praat. Bouw het daarna iets uit en schrijf de ‘achterflap’ van je boek.

Tip 2: bedenk vanuit welk vertelperspectief je schrijft
Bedenk hoe je verhaal het beste tot zijn recht gaat komen en kies een vertelperspectief.

  • Wil je de wereld laten zien door de ogen en gedachtes van een persoon, kies dan voor het ik-perspectief en schrijf vanuit de eerste persoon. Let erop dat als je vanuit de eerste persoon schrijft je niet precies weet wat er in het hoofd van anderen omgaat. Het voordeel van dit perspectief is dat je dicht op de huid van je hoofdpersonage zit.
  • Je kunt ook gebruik maken van een alwetende verteller, die het hele verhaal overziet. Deze persoon heeft zelf geen rol in het verhaal. Een actueel voorbeeld hiervan is de Netflix-serie ‘a series of unfortunate events’, waarbij een zichtbare verteller ook in beeld komt om je bijvoorbeeld alvast te waarschuwen voor wat gaat komen. Volgens Wikipedia is dit het moeilijkst hanteerbare perspectief.
  • Schrijven vanuit de derde persoon met het personale perspectief (hij – zij) is waarschijnlijk het meest gebruikelijke. Hier wordt een personage gevolgd en weet je alleen wat er in het hoofd van de hoofdpersonage omgaat (net als bij het ik-perspectief). Als je de derde persoon combineert met onvoltooid verleden tijd kan je lezer zich makkelijk identificeren met je hoofdpersonage (ook wel de ‘zachte methode’ genoemd). Zelf vind ik dit perspectief iets afstandelijker aanvoelen dan het ik-perspectief, alsof je vanuit een camera op zijn schouder meekijkt.

Tip 3: in welke tijd schrijf je het?
Bepaal in welke tijd je schrijft. En dan bedoel ik niet de middeleeuwen of het heden, alhoewel dat ook belangrijk is, maar meer: schrijf je in onvoltooid verleden tijd (o.v.t.) of onvoltooid tegenwoordige tijd (o.t.t.).

  • Onvoltooid verleden tijd geeft je de mogelijkheid om van een afstand een verhaal te vertellen. Schrijven in de verleden tijd geeft je de mogelijkheid om terug te blikken en dingen te zeggen als: ‘Als ik dat toen had geweten…’ of ‘Dit moment zou hem voor altijd bijblijven’. Dit wordt erg goed gedaan in de roman Een Klein Leven.
  • Onvoltooid tegenwoordige tijd geeft juist meer vaart in het verhaal en laat je lezer overal bovenop zitten. Tegenwoordige tijd komt goed tot zijn recht in thrillers (hoeft natuurlijk niet), maar ook als je emoties vanuit één personage goed wilt weergeven, zoals in het boek Lieveling van Kim van Kooten. Tegenwoordige tijd heeft ook voordelen als je verhaal veel flashbacks heeft, want dan kun je die in verleden tijd zetten (terwijl je die bij o.v.t. juist in v.v.t. moet schrijven).

Ik heb achteraf mijn hele manuscript wel eens omgegooid van o.v.t. naar o.t.t. en ik zeg je één ding: dat wil je liever niet.

Tip 4: schrijf en lees veel
Je hebt een nieuw ritme nodig: het schrijf-en-leesritme. Voor sporten plan je ook tijd in (als je dat doet) en zal je op gezette tijden naar de les gaan, dat moet je met schrijven ook doen. Zie schrijven als een afspraak met jezelf om te gaan zitten en doe dit wekelijks. Voor beginners is het al heel wat om iedere week te schrijven, maar probeer toe te werken tot enkele keren per week (tot iedere dag). Je kunt hierbij ook doelen voor jezelf stellen. Tijdens National Novel Writing Month schrijf ik vaak zo’n 500 woorden per dag, ‘normaal gesproken’ schrijf ik zo’n 1500 tot 3000 woorden per week.

Tegelijkertijd moet je afkijken en daarvoor ga je veel lezen. Lees álles waarvan je denkt dat het je kan helpen bij jouw verhaal. En zorg ook dat je dit opbouwt: dus als je nu één boek per drie maanden leest, probeer er dan eens één per maand. Zelf lees ik een boek per week. De Goodreads Challange kan je helpen met het bijhouden van je doel.

Tip 5: schets je verhaallijn
storyline, verhaallijn, plot, manuscript, boek schrijvenHet is goed om te weten waar je verhaal begint en waar het eindigt. Natuurlijk hoef je niet alles vast te leggen, soms ontwikkeld het verhaal zich terwijl je het schrijft, maar de grote lijnen zijn belangrijk. Dus hoe komt of ontwikkeld personage van punt A naar punt B.

Mijn eerste manuscript had verschillende locaties waar het zich afspeelde (dat zijn de verschillende kleuren in het screenshot). En om de verhaallijn en de subplots te blijven onderscheiden heb ik dit in een overzichtelijk Excel-bestand gezet. Dit kan je helpen om erachter te komen hoe je je verhaal sterker kan maken en wat je weg kunt laten.

Vaak wordt er als tip gegeven om je eerste hoofdstuk of proloog (kan zich voor of na het verhaal afspelen) met iets spannends te beginnen. Dat kan ook middenin het verhaal zijn, maar daardoor krijg jij straks je lezer (en hopelijk ook uitgeverij) mee in je verhaal.

Tip 6: zoek feedback
Kruip af en toe eens uit je schulp en laat anderen je werk lezen. Vraag hierbij altijd om opbouwende feedback (want het is al pijnlijk genoeg), zodat je aan de slag kunt met herschrijven.

  • Op SchrijvenOnline en Literairwerk kun je via het forum feedback op je verhaal vragen.
  • De meeste bibliotheken hebben proza-, verhalen of schrijfgroepen, waarbij je elkaar feedback geeft op je verhaal. Let er wel op dat het niveau hoog genoeg is, zodat jij er ook iets aan hebt. Woon je in de buurt van Rotterdam dan is The Secret Society of Writing Ninja’s een non-traditionele, leuke schrijfclub voor jonge mensen (maar ze hebben ook een groep voor 30+).
  • Betaal voor feedback van een ervaren redacteur. Er zijn een hoop freelance redacteurs die ook klussen voor grote uitgeverijen doen. Je hoeft niet gelijk honderd bladzijdes te sturen, soms is een scan van je eerste paar hoofdstukken ook al heel leerzaam.
  • En ja, natuurlijk kun je familie of vrienden vragen, maar zij kunnen vaak niet objectief naar je verhaal kijken. Zorg ervoor dat je selectief bent en alleen degenen laat lezen, die ook uit zichzelf veel een graag lezen.

Tip 7: lees boeken over schrijven
Bijvoorbeeld:

Tip 8: herschrijven
Hoe graag je ook zou willen, geen enkele schrijver ontkomt aan herschrijven.

  • Herlees het en haal alle spelfouten en typfouten eruit.
  • Álle elementen en onderdelen in je verhaal moeten de plot verder brengen of het karakter van je personage verder uitleggen. Schrijf geen passages waarvan je denkt dat jij ze graag zou lezen, dat gaat vaak niet op voor ‘echte’ lezers. Proeflezers kunnen je hierbij helpen (zie ook tip 6), maar je kan ook je storyline (zie tip 5) nog eens nalezen om te ontdekken wat nu echt noodzakelijk is of waar je de plot kan versterken.
  • Met ‘gewoon’ nalezen, lees je vaak over fouten heen. Als je het hardop voor jezelf voorleest, hoor je hoe de zinnen in elkaar passen, of er teveel dezelfde woorden gebruikt worden en of het lekker loopt. Wees niet lui, doe dit voor je hele manuscript!

Tip 9: huil, sta op en ga door
Huilen, denken dat je het niet kan, dat je niet goed genoeg bent … het hoort er allemaal bij. In mijn geval voelt 80% van mijn schrijfwerk zo. Laat je niet kisten, ga gewoon door. Dan heb jij straks een boek geschreven. En al wordt het niet uitgegeven, is dat wel een hele prestatie.

Denk als je in een negatieve flow zit aan het gevoel dat je had nadat je een mooi nieuw stuk van je verhaal had geschreven, of een complimentje dat je van iemand hebt gehad, maar ga vooral dóór.

Tip 10: Neem je tijd
Misschien denk je dat je na vijftig bladzijdes je verhaal best eens kan opsturen naar een uitgeverij. Ze moeten het wel net zo goed vinden als jij, toch? Niet doen! Je verhaal verdient namelijk tijd, daar wordt het beter van. Het kan ook een goed idee zijn om het een maand weg te leggen en er daarna opnieuw naar te kijken.

Uitgeverijen houden lijstjes bij van verhalen en mensen die ze hebben ingestuurd. Je hebt dus maar één kans. Natuurlijk ben je nooit tevreden en wil je het na drie jaar en twintig herschrijfrondes opsturen, maar overhaast niets. Als er nog iets op je to-do-lijstje staat, doe dat dan eerst!